2009 Rügen
Tripjes Duitsland september 2009
Als eerste gaan we naar het Caravansalon in Düsseldorf, verreweg de grootste beurs van Europa op het gebied van caravans, campers, accessoires en onderdelen. Bij de grootste beurs hoort uiteraard de grootste Stellplatz van Europa met zo'n 2000 voertuigen, verreweg de meeste wit,
maar ook enkele fraai beschilderd (in Pakistan) zoals deze van een reisbureau dat gespecialiseerd is in Pakistan-reizen.
Zelfgebouwde campers zijn vrij zeldzaam, zoals deze Setra-bus voor gevangenenvervoer...
...en deze, gebaseerd op een Mercedes vrachtauto.
Het Salon beslaat 11 hallen, vol met kampeermiddelen. De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat de "grote merken" hun "eigen hal" hebben.
Het allerkleinste caravannetje, van Turks fabrikaat....
... en de grootste, een oplegger van 18 m, met twee slide-outs, zodat een woonoppervlak van 90 m² ontstaat. Voor € 650.000 hadden we we 'm kunnen meenemen, maar de meubilering sprak ons niet zo aan.
Voor de overnachters wordt door de Messe amusement geboden in een grote tent. De avond dat wij er zijn, treedt een uitstekende coverband op met Country- en Rock'n'Roll-repertoire. Crossfire uit Düsseldorf. De aankondiging dat ze volgend jaar weer bij het Salon zullen optreden, maakt het nu al aantrekkelijk dan wéér te gaan!
We rijden op de terugweg door de Eifel om nog een campervriend in Maastricht te gaan opzoeken. We overnachten in een vliegende storm aan de Rursee in Simmerath-Rurberg.
Ondanks de wind is de gemeentelijke Stellplatz goed bezet. Maar het is duidelijk dat het toeristisch seizoen voorbij is: alles is dicht en verlaten.
Na dit tripje naar Düsseldorf gaan we even "terug" naar Amersfoort voor een reünie van de Amcha-reis van begin dit jaar. 's Avonds bezoeken we een campervriend in Schoonebeek. We overnachten op een Stellplatz in Haren a.d. Ems.
De dag daarop trekken we langzaam door tot in Oberndorf/Oste in Niedersachsen. Een heel idyllisch dorp met twee dijken langs, een brug over en een café-restaurant òp de rivier.
Het weer werkt 100% mee als we verder oostwaarts rijden.
De volgende etappeplaats is de Hansestadt Wismar. De stad heeft twee havens, waarvan met name de oude haven, vlak bij het centrum, heel mooi is. Doordat de ontwikkeling (lees: de sloop en de nieuwbouw) in de DDR-tijd schijnt te hebben stilgestaan, ademt Wismar een vooroorlogse sfeer (voor zover wij dat kunnen beoordelen). Dit komen we trouwens in de hele voormalige DDR tegen.
Op loopafstand van die oude haven is een Stellplatz, die alles heeft wat je normaal op een camping zou aantreffen, behalve een disco, een zwembad, een TV-zaal en het bijbehorende camping-prijskaartje.
Bad Doberan, ook een prima geconserveerd stadje op de Unesco erfgoedlijst.
We laten de Autobahn rechts liggen en volgen de B105 naar het eiland Rügen. Dit zit met een indrukwekkende brug vast aan het vasteland.
Op de landengte tussen Prorer Wiek en de Kleine Jasmunder Bodden ligt een voormalig legerkamp waar ooit kraanmachinisten werden opgeleid. Nu zijn ze bezig hier een Stellplatz van te maken.
Het gebied rond Prora blijkt een bijzondere geschiedenis te hebben. Hier hebben de Nazi's in de jaren '30 een vakantiedorp voor 20.000 gasten opgezet, met het doel de verarmde bevolking de economische malaise te doen vergeten en haar zo te motiveren voor een volgende oorlog. Dat alles onder de naam Kraft durch Freude.
Doordat de Tweede Wereldoorlog op 1 september 1939 begon, is het project nooit afgebouwd en nooit als badplaats gebruikt. Nu staan er nog de lege gebouwen die zich uitstrekken over een lengte van 4.5 km. Het geheel is heel vervreemdend! Enkele stukjes zijn in gebruik als museum, een deel van een blok herbergt een overheidsdienst; de rest staat leeg.
Ook in Prora is een spoorweg- en automuseum met een boeiende collectie van met name vooroorlogse en DDR-treinen en -auto's. Maar ook een stel andere.
Persoonlijke nostalgie uit de jaren '50.
En ook deze oude bekende kwam ik hier tegen.
Even ten Zuidoosten van Prora ligt het centrum van het luxe Kurort Binz. We laten er een nieuwe binnenband in de Condor zetten en ondertussen verkennen we de stad, waar toevallig net die dag het culturele Ducksteinfestival begint.
Voor als je dol bent op zand tussen je tenen, een mooi strand!
Maar gelukkig ook terrasjes, waar ze volwassen ijzen serveren.
We verlaten we het eiland Rügen en komen in Stralsund, alweer een Hansestadt op de UNESCO werelderfgoedlijst.
We komen aan bij een leuk jachthaventje in Saal Neuendorf. De Bordatlas, gekocht op de Messe in Düsseldorf, heeft zich inmiddels al terugverdiend. Hoe zou je anders al die afgelegen plekjes vinden?
Vanuit Saal Neuendorf maken we een toer met de Condor rondom de Saaler Bodden, over de schiereilanden Fischland en Darß. Hoewel onze bejaarde stoomfiets volkomen in het niet valt naast de BMW's van andere toeristen, zet ik 'm toch maar op slot...
In het Ostseekurort Zingst wordt weer hevig aan de gezonde (?) bruine kleur gewerkt.
We hebben geluk: in Zingst vindt het Internationale Shantyfestival plaats. Bakken vol vals pathos. Als je hoort hoe graag al die Duitsers in Hamburg zijn, snap je niet wat ze in Scheveningen en Zandvoort komen doen!
Na terugkomst op de Stellplatz genieten we van een aperitiefje en nuttigen we een smakelijk maal. Daarna besluiten we toch nog maar een stukje te gaan rijden. Vanwege een afgesloten Autobahn wordt dat stukje een stuk. We overnachten op de eerste Rastplatz die we vinden, Stolpe, langs de A24.
De volgende morgen krijgt Sylvia een verjaardagsontbijtje geserveerd.
In Neustadt-Glewe bezoeken we de restanten van het Außenlager des KZ Ravensbrück. Hier werkten vrouwen als dwangarbeider voor de vliegtuigfabriek Dornier. Op het vliegveld naast het kamp vieren zweefvliegers en parachutisten hun vakantie.
Wat we tot dusverre hebben verzuimd te vermelden is het feit dat elk dorp en elke stad in de voormalige Oostzone grote complexen volkstuintjes heeft. Vermoedelijk een overblijfsel van de datsja-cultuur van de Sovjets. Ten Westen van de Elbe hebben we geen volkstuintje meer gezien!
Een paar jaar geleden zochten we speciaal de Vakwerkroute op om vakwerkhuizen te zien. In Celle kun je niet om het vakwerk heen. Op de Schützenplatz is ruimte voor honderden campers, maar er staan er maar een handjevol.
Op dit plein geeft een monument aan met welke zustersteden er banden bestaan.
Naamgenoot, bekend om zijn antipapisme.
Het sjoeltje van Celle is in theorie nog in gebruik. Maar de joodse gemeente bestaat nog maar uit twee gezinnen. Daarom gaan ze meestal naar Hannover.
In de vakwerksynagoge uit 1740 is een fascinerende fototentoonstelling 60 Jahre Pressefotografie aus Israel. Ausstellung von Paul Goldmann und David Rubinger.
We vertrekken in de loop van de dag uit Celle en komen 's avonds in Bevern aan in de stromende regen. We slapen op een volkomen verlaten Stellplatz op het parkeerterrein van het gemeentelijk zwembad.
Volgens de radio trekt het front naar het Oosten weg, maar het duurt veel langer dan we verwachten voor we onder de bui uitrijden.
Tegen de tijd dat we in Rees aankomen, is het gelukkig weer mooi weer! We eten heel gezellig bij onze voormalig Haagse vrienden Simon en Els. Ik realiseer me nu ik dit tik opeens dat ik hen ruim 45 jaar ken...
De volgende morgen tanken we in Duiven. De Nederlandse brandstofprijzen zijn weliswaar hoger dan de Belgische, maar vergeleken met Duitsland heel schappelijk. Na op ons gemak nog wat geshopt te hebben bij Makro en Office Centre rijden we door naar Varsseveld. Met Jennifer, alweer een campervriendin, eten we heerlijk bij de locale Chinees.
En de volgende middag komen we aan in Beerse, met een bus vol boodschappen en vuile was. Waar gaat ons volgende tripje naartoe?
Go to top of page